For Women in Science

Tine D’aes

Van psychologie tot de dood van neuronen…

Tine D’aes is afkomstig uit Antwerpen maar koos ervoor om de komende vier jaar naar Luik te verkassen. Als onderzoekster aan het Giga, het interdisciplinaire onderzoeksinstituut in biomedische wetenschappen aan de universiteit van Luik, zal ze proberen de mysteries rond de dood van hersenneuronen na een cerebrovasculair accident of beroerte (CVA) te ontrafelen.

« Eigenlijk ben ik mijn studies begonnen met een master in de psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), » verduidelijkt ze. « Ik had mijn academische opleiding graag in Antwerpen gedaan, maar jammer genoeg kon je er geen psychologie studeren. »

Waarom ze voor Brussel koos? « Omdat de campus van de VUB me enorm beviel. Alles bevindt zich op een site. Bovendien is het een kleinere universiteit, wat me erg goed uitkwam, » vertelt ze.

Met haar master op zak lanceert Tine D’aes zich in het wetenschappelijk onderzoek aan de VUB. « Ik kon genieten van een financiering van enkele maanden om een eerste doctoraatsjaar in de neuropsychologie aan de VUB te beginnen. Dat was in 2014-2015, » preciseert ze. « Maar jammer genoeg volgde er geen bijkomende financiering en moest ik me dus heroriënteren. »

Het onderzoeksvirus had de jonge wetenschapper echter te pakken. « Ik wilde de universitaire wereld niet verlaten, » gaat Tine verder. « Daarom besloot ik mijn studies opnieuw op te nemen en een tweede master in de biomedische wetenschappen te halen, ditmaal aan de universiteit van Antwerpen. Na de psychologie wilde ik beter begrijpen hoe ons brein en onze zenuwcellen werken, hoe onze hersenen zich op moleculair en cellulair niveau ontwikkelen en hoe ze leven. »

De twee extra jaren bevestigden haar in haar keuze voor wetenschappelijk onderzoek. « Door de mogelijkheden uit te pluizen die de verschillende universiteiten van het land bieden, ontdekte ik toevallig een nieuw programma voorgesteld door het Giga, het interdisciplinaire onderzoeksinstituut in biomedische wetenschappen aan de universiteit van Luik. »

« Het leek me een uitzonderlijk programma. Niet alleen bood het plaats aan vier doctorandi, je kon er ook met een open geest en zonder vooropgezette ideeën aan beginnen. Lees: zonder vooraf bepaald doctoraatsonderwerp. Ik had het geluk weerhouden te worden voor het programma – dat ik trouwens begon met een reeks lessen. In mijn eerste drie maanden aan het Giga werd ik uitgenodigd om een aantal opleidingen te volgen en mijn licht op te steken in de verschillende laboratoria van het instituut. De bedoeling hiervan was een idee te krijgen over de gevarieerde structuur, de diversiteit van het onderzoek en de laboratoria en… een interessant thema te vinden voor een thesis. »

« De aanpak sprak me onmiddellijk aan. En ze was voor mij ideaal. Toen ik in Luik aankwam, wilde ik immers een doctoraat starten maar had ik nog geen precies idee voor een thesis. »

« Dankzij dit programma ben ik ten slotte beland in het Laboratorium voor Ontwikkelingsneurobiologie voor een onderzoek naar de cellulaire dood van neuronen na een ischemisch CVA. »

« Voor mijn onderzoek werk ik, in tegenstelling tot mijn vorig werk in de psychologie, niet meer rechtstreeks met patiënten, maar op celculturen en knaagdieren. Mijn klinische ervaring komt hierbij uitstekend van pas. Vooral omdat de resultaten, ondanks het fundamentele karakter van mijn onderzoek, heel goed zouden kunnen vertaald worden in concrete toepassingen voor de patiënt. »


 

Emilie Pollenus

De malariapuzzel is nog steeds niet volledig gelegd

« Sinds mijn kindertijd ben ik dol op puzzels. Ik houd van breinbrekers en ben gek op escape room-spelletjes waar je raadsels moet oplossen voor je een stap verder bij de oplossing komt. »

Emilie Pollenus, die net aan haar doctoraat aan het Rega-instituut aan de KU Leuven begonnen is, wil de dingen begrijpen en concrete oplossingen vinden. Nieuwsgierigheid was dan ook haar voornaamste drijfveer voor haar studies biomedische wetenschappen aan de Leuvense universiteit.

« De behoefte om mysteries te doorgronden speelde een grote rol in mijn studies, » vertelt Emilie. « Al heel snel breidde mijn interesse zich uit naar de manier waarop ziektes ontstaan en zich ontwikkelen. Tijdens mijn master konden verschillende vakken me boeien maar vanaf 2018 spitste ik me toe op immunologie en microbiologie. En vooral op alles wat verband houdt met malaria. De ziekte wordt veroorzaakt door een parasiet en kan leiden tot dodelijke complicaties. Hoe reageert ons immuunsysteem op deze agressie en waarom reageert het niet altijd efficiënt bij verwikkelingen? Het zijn deze vragen waar ik tijdens mijn doctoraat een antwoord op hoop te vinden. »

« Malaria is een ziekte waarvoor geneesmiddelen bestaan. We kunnen de parasieten die ervoor verantwoordelijk zijn dus uit het lichaam verwijderen, » preciseert Emilie. « Maar bij 15% van de patiënten die complicaties ontwikkelen is de behandeling, die nochtans efficiënt is tegen de parasiet, niet voldoende om volledig te genezen. Elk jaar veroorzaken deze complicaties wereldwijd de dood van meer dan 400.000 personen. »

Na het behalen van haar master kon de jonge onderzoekster aan de slag in het Rega-instituut, dat gespecialiseerd is in microbiologie en immunologie. « Een jaar lang kon ik genieten van een tijdelijke financiering om de aanvraag tot financiering van mijn doctoraatsthesis voor te bereiden, » legt ze uit. « Zo kon ik verschillende facetten van het wetenschappelijk onderzoek dat ik zou kunnen doen analyseren en een stevig dossier indienen bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). »

De complicaties die optreden bij malaria treffen in de eerste plaats de hersenen, maar ook de longen van de patiënten. « Met mijn thesis zou ik dieper willen ingaan op de processen die leiden tot het overlijden van deze patiënten en vooral op de complicaties die zich afspelen ter hoogte van de longen. Welke immuuncellen spelen een rol in deze verwikkelingen? En welke processen zijn erbij betrokken? Dit alles zou ik de komende vier jaar willen doorgronden door te werken op muizen en op vier types immuuncellen. In functie van de onderweg behaalde resultaten kunnen we nog verder gaan zoeken. »

« Ik ben net begonnen met het bestuderen van de rol van de NK-cellen (Natural Killer). Deze cellen vormen witte bloedlichaampjes en spelen dus een rol in de verdediging van het lichaam tegen de aanvallen van pathogene parasieten, virussen, bacteriën, etc. Daarna zou ik verdergaan met monocyten of macrofagen. »

De onderzoekster beperkt zich voor haar onderzoek niet tot het muismodel. In samenwerking met de London School of Hygiene and Tropical Medicine heeft ze ook toegang tot celstalen afgenomen bij patiënten die voor de ziekte behandeld werden maar jammer genoeg de complicaties niet overleefden.

Mijn onderzoek is eerder fundamenteel,” geeft Emilie Pollenus verder nog mee. “Maar door een beter begrip van de processen die een rol spelen kunnen we betere therapeutische strategieën voor de patiënten bedenken. Zodat hun genezing beter of tenminste sneller verloopt. »

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paulien Jansen

Een passie voor wiskundige « buildings »

Ze had ingenieur kunnen worden maar ze koos uiteindelijk voor de wiskunde. « Op het einde van mijn secundaire studies woonde ik samen met een vriendin een informatiedag over hogere studies bij, » legt Paulien Jansen uit. « Het programma leek erg interessant te zijn. Maar op het einde van de rit bleef ik wat op mijn honger zitten. Na het eerste jaar ingenieurswetenschappen waren er geen lessen wiskunde meer. Daarom koos ik ten slotte voor hogere studies wiskunde. »

Na haar eerste drie bachelorjaren aan de universiteit van Gent stond Paulien Jansen voor een nieuwe keuze: welke richting ga ik uit? « Zou ik kiezen voor toegepaste wiskunde, een richting die me enorm beviel, of voor de abstractere, fundamentele wiskunde? »

De balans helde over naar de fundamentele wiskunde. « In dit vakgebied bedenken en ontwikkelen we innovatieve concepten om bevredigende oplossingen te vinden voor complexe problemen, » verduidelijkt ze. « Wanneer we denken aan wiskunde zien we vooral berekeningen en formules op een bord. In de fundamentele wiskunde zijn er uiteraard berekeningen en enkele formules, maar de invalshoek blijft abstract. Het gaat in de eerste plaats om het definiëren en begrijpen van problemen, en het uitwerken van oplossingen ervoor. En dat is iets wat me fascineert. »

In haar eerste masterjaar, dat ze met het Erasmusprogramma deed aan de universiteit van Wenen, maakte de jonge vrouw kennis met andere onderzoeksgebieden in de wiskunde dan die die in Gent onderwezen werden. « Dat is normaal, » verduidelijkt ze. « Bij een andere universiteit zijn andere onderzoekers en andere specialisten aan de slag dan in je eigen instelling. Je verkent er nieuwe horizonten en nieuwe onderzoekdomeinen. Wat voor mij een echte eyeopener was. »

Paulien Jansen boog zich uiteindelijk over de building-theorie. « De theorie interesseerde me zodanig dat ik besloot er mijn eindwerk over te maken, » preciseert de jonge onderzoekster. « Toen professor Hendrik Van Maldeghem, de specialist van deze theorie aan de Gentse universiteit, me voorstelde om aan een doctoraat in dit domein te beginnen, heb ik niet geaarzeld. 

« De building-theorie is een uitgebreid onderzoeksdomein dat raakpunten heeft met de zuivere theorie, » legt Paulien Jansen uit. « Een domein kan verschillende toepassingen hebben in domeinen die andere wiskundigen of bijvoorbeeld fysici kunnen interesseren. »

De buildings in deze theorie zijn geen gebouwen van steen of beton. « Het zijn constructies in de wiskundige betekenis van de term, » preciseert Paulien. « Met deze buildings kunnen uitzonderlijke structuren onderzocht worden. Ze maken het ook mogelijk om groepen te bestuderen die feitelijk verzamelingen van symmetrieën van verschillende objecten zijn. Een kubus bijvoorbeeld beschikt over 48 symmetrieën. »

« De building-theorie werd ontwikkeld door de Belgische wiskundige Jacques Tits (ULB) die vooral vanuit een geometrisch standpunt werkte. We nemen dus onze groepen en proberen om hun geometrie te identificeren, zelfs wanneer dit een groot aantal dimensies vergt om ze te beschrijven. »

Waarom dit doctoraat? « Tijdens mijn eindwerk kon ik al proeven van het wetenschappelijk onderzoek, » gaat Paulien Jansen verder. « Zo maakte ik de klik. Antwoorden vinden op problemen die nog nooit eerder opgelost zijn is ongelooflijk fascinerend. En dat ga ik nu de volgende vier jaar doen. Wat een privilege! »